September 17, 2016

Accu ACER Aspire Timeline 1825PT

Intel stort zich vol op de Projects, naast Alloy werd ook Euclid op dit IDF aangekondigd. We kennen allemaal de RealSense-camera van Intel: een soort Kinect met een gewone kleurencamera, een infraroodcamera en een infraroodlaserprojector. De ir-camera pikt gereflecteerd laserlicht van de projector op en bouwt zo een 3d-puntwolk van de omgeving, die over de beelden van de gewone camera heengelegd kunnen worden. Zo krijg je een 3d-beeld van je omgeving dat zeer precies is, genoeg om hand- en vingerbewegingen te onderscheiden, en in combinatie met Windows Hello precies genoeg om je gezicht te herkennen om in Windows in te loggen. Er zijn in principe twee versies van de Realsense-camera: een met een kort bereik, voor onder meer laptops met Windows Hello en gebarenherkenning, en een versie met een groter bereik, die over niet een, maar twee ir-camera's beschikt. Deze RealSense-camera's van de eerste generatie zijn bekend als respectievelijk F200 en R200.

Met de Camera 400-series is een nieuwe, verbeterde camera aan de RealSense-serie toegevoegd. De 400-serie moet de F200 en R200 vervangen, want deze is geschikt voor zowel binnen- als buitenshuis gebruik, korte en lange afstanden dus. Niet alleen het bereik is verbeterd, maar ook het aantal 3d-punten dat de camera per seconde kan waarnemen is verdubbeld. De precisie zou daarmee veel beter zijn. Bovendien is de 400-serie een stuk kleiner en vooral veel dunner dan zijn voorganger, waardoor het aantal apparaten waarin de RealSense-camera ondergebracht kan worden, veel groter is. Laptops met dunne bezels, tablets en zelfs telefoons zijn nu met de camera uit te rusten.

Het is wat onduidelijk of de 400-serie ook in Project Euclid gebruikt wordt, maar Intel heeft naast een RealSense-camera een compleet platform in Euclid onder weten te brengen. Het resultaat is een module met 3d-camera en een Atom-systeem ter grootte van een Mars. Het platform werd ontwikkeld als visie-platform voor robots, zodat developers zonder veel moeite een robot kunnen uitrusten met een RealSense-camera voor 3d-waarneming. Een onboard-accu levert de energie, en standaard draaien Euclid Ubuntu en Robot OS, of ROS in het kort. Onboard-wifi kan voor de communicatie met andere robotonderdelen zorgen. Intel introduceerde nog een tweede RealSense-developerkit voor robots: de RealSense Robotic Development Kit. Die is gebaseerd op een losse RealSense R200-module en een pcb ter grootte van een Raspberry Pi met een Atom x5-Z8350 die Ubuntu draait. Dat kitje moet driehonderd euro kosten en volgende maand beschikbaar zijn; wat Project Euclid gaat kosten, is nog niet bekend.

Van Project Aero is de prijs wel bekend; die gaat 399 dollar kosten. Voor dat geld krijg je een compleet besturingssysteem voor een drone in de vorm van een pcb met een Atom x7-Z8700-quadcore die Yocto-Linux draait en over 4GB lpddr3-geheugen en 16GB emmc beschikt. Er is een interface voor een reguliere en een RealSense R200-camera, waarbij de 3d-camera voor obstakeldetectie en -ontwijking moet zorgen. Ingebouwde wifi-ac levert de connectiviteit en natuurlijk zijn er tal van i/o-headers om met de overige hardware van een drone te communiceren. Wie zelfbouw te veel moeite vindt, kan ook tot eind dit jaar wachten. Intel brengt dan een Ready-to-Fly-kit op basis van de Aero uit, compleet met frame, RealSense-camera, motoren en zelfs een afstandsbediening. De prijs van die kit is nog niet bekend.

Wie nog niet het idee heeft dat Intel zich steeds meer op de 'maker' richt, getuige Aero en Euclid, en het slechts terloops tonen van een beetje Kaby Lake, wordt misschien overtuigd door het laatste developerkitje dat we noemen: Joule, dat we voor het gemak ook maar Project-status geven. Zonder gekkigheid is Joule een makerkit en ook bedoeld voor iot-ontwikkeling. Je moet het een beetje zien als Edison on steroids. Edison werd in 2014 tijdens het IDF getoond en beschikte over twee Atom Silvermont-cores. Joule is in twee versies verkrijgbaar, de 550X en de 570X, beide uitgerust met vier Atom Goldmont-cores, respectievelijk een T5500 en een T5700. Ook het geheugen en de opslag verschillen, die bedragen 3 en 4GB lpddr4, gecombineerd met 8 en 16GB emmc-geheugen. Wireless ac en bluetooth 4.1 zijn beschikbaar, evenals een keur aan i/o. Niks bijzonders zou je zeggen, tot je de afmetingen van de modules ziet; die zijn slechts 48 bij 24 bij 3,5mm. Iets langwerpiger dan Edison dus, maar minder dan 5 bij 2,5cm groot.

Bovendien heb je nu de beschikking over een heuse gen9-gpu, zodat je niet langer headless hoeft te ontwikkelen en bovendien die gpu-kracht kunt inzetten voor visuele taken. De kleine computer beschikt over 18 execution units voor grafisch werk, en de soc heeft een aparte asic voor dieptevisie aan boord. Het is aan de iot-visionairs en makers om te beslissen waar de Joule-modules goed voor zijn. Intel noemt onder meer robots, vr en ar, drones en computer vision als mogelijkheden. Voor dat laatste is er ondersteuning voor RealSense-camera's en de modules worden geleverd met een ontwikkelbordje om alle i/o makkelijk aan te sluiten. Met een prijs van 369 dollar voor de 570X is duidelijk dat je wel wat meer mag verwachten van de Joule dan van een Raspberry Pi van een paar tientjes.

Ooit het hart van de IDF's, nu verstopt in een presentatie over Altera's nieuwste fpga's, zijn de presentaties van Mark Bohr. Van oudsher kan Bohr, een architectuur- en lithografiespecialist, vertellen over de nieuwste technieken en state-of-the-art ontwikkelingen. Gelukkig konden we toch iets over Intels toekomstige 10nm-ontwerpen meekrijgen. Alles lijkt op schema te liggen en Intel houdt vol nog een flinke voorsprong op de concurrentie te hebben. Dat lijkt vreemd, aangezien Intel inmiddels op 14nm produceert en diverse andere foundries dat ook doen. Nu is de node, zoals 22nm, 14nm of 10nm genoemd wordt, al lang geen indicatie meer voor de daadwerkelijke transistorgrootte; het is eigenlijk gewoon een marketingterm. Dat neemt niet weg dat de transistorafmetingen nog steeds slinken met elke kleinere node, en een van de afmetingen die indicatief zijn, is de gate pitch, ofwel de afstand tussen twee gates.

Bij het 28nm- en 20nm- (of 22nm-, zo je wil) procedé liepen de gate-pitches tussen de foundries nog redelijk gelijk, maar bij de 14/16nm-node zijn veel foundries eigenlijk blijven steken en zijn slechts een paar andere dimensies iets kleiner geworden. Intel zegt de gate-pitch daadwerkelijk ongeveer 0,76 maal zo klein te hebben gemaakt, van 22 naar 14nm en zou dat naar 10nm evenaren. De concurrentie zou dat niet kunnen bijbenen, reden voor Intel om te claimen een generatie voor te lopen.Dat de 10nm-node prima schaalt, wordt door het bedrijf bevestigt met nog een meting; het transistoroppervlak wordt in de laatste nodes steeds 0,46 maal geschaald, maar de 14nm- en 10nm-nodes zouden iets beter dan dat schalen. In dit opzicht liep het bedrijf achter op de concurrentie, maar opnieuw claimt Intel voor de 10nm-node een generatie voorsprong op de concurenten. Dat is allemaal leuk voor Intel, maar het goede nieuws voor ons consumenten is dat zowel 10nm- als 7nm-transistors goedkoper blijven worden. Dat niet alleen, de schakelsnelheid en het energiegebruik nemen nog steeds keurig toe respectievelijk af. Dat betekent dus goedkopere, snellere en zuinigere transistors.

Posted by: akkusmarkt at 01:17 AM | No Comments | Add Comment
Post contains 1293 words, total size 11 kb.




What colour is a green orange?




22kb generated in CPU 0.0092, elapsed 0.0364 seconds.
35 queries taking 0.0298 seconds, 78 records returned.
Powered by Minx 1.1.6c-pink.